Wanneer moet signalisatie- of zichtbaarheidskleding worden gedragen en moet dit altijd voldoen aan de Rijkswaterstaateisen?

Signalisatie- of zichtbaarheidskleding dient te worden gedragen door werknemers die worden blootgesteld aan aanrijdgevaar of in situaties waar extra eisen zijn tenaanzien van zichtbaarheid.

Voorbeelden waar deze risico’s kunnen voorkomen zijn:

  • Werkzaamheden op of langs wegen binnen en buiten de bebouwde kom. 
  • Werkzaamheden aan spoorbanen, op vliegvelden, op containeroverslagbedrijven en op boorplatforms. 
  • Werkzaamheden waarbij te water raken op zee, op meren of andere binnenwateren niet is uitgesloten. 

Afhankelijk van het risico, dient kleding met een hogere of lagere opvallendheid te worden gekozen. Bij het bepalen van de risico's moet minimaal aandacht worden besteed aan:

  • De activiteiten die de personen die de beschermende kleding gaan dragen moeten uitvoeren. 
  • Een kwantificering van de risico's die ontstaan als gevolg van blootstelling aan de gevaren. 

Bij het kiezen van kleding met hoge zichtbaarheid moet rekening worden gehouden met:

  • weer/klimaat
  • lichtgesteldheid, verlichtingskwaliteit (overdag of 's nachts)
  • soort activiteit 
  • wegmarkering, wegsignalisatie (indien aanwezig)
  • mogelijk contact met verschillende weggebruikers (vrachtwagens, auto's, motoren, werkverkeer, container, brommers, fietsers)
  • wegtype (snelweg, autoweg, bedrijfsterrein, fietspad, buitenweg)
  • snelheid (lokale snelheidsbeperking)

In de norm NEN-EN 471 Waarschuwingskleding met hoge zichtbaarheid voor professioneel gebruik zijn beproevingsmethoden en eisen opgenomen waar deze signalerende kleding aan moet voldoen. 

Risicoklassen
Signalisatiekleding is verdeeld in drie risicoklassen, wat tot uitdrukking komt in de minimaal vereiste oppervlakten aan zichtbaar materiaal in m2. 

Klasse 1

  • Niet te gebruiken voor werk langs openbare wegen, alleen voor laag botsingsrisico en voor herkenbaarheid binnen het bedrijf.

Klasse 2

  • Aanleg van nieuwe wegen (mogelijk botsingen met werkverkeer). 
  • Wegwerkzaamheden: mogelijk botsingen met werkverkeer.
  • Wegwerkzaamheden en openbare dienstverlening langs de weg: binnen de bebouwde kom waar een maximumsnelheid van 50 km/u geldt.
  • Wegwerkzaamheden en openbare dienstverlening langs de weg, in combinatie met een vangrail om botsing met weggebruikers te voorkomen.
  • Bezorgdiensten/koeriersdiensten.

Klasse 3

  • Regelen van het verkeer: politie, verkeersdienst.
  • Weggebruikers met een hoog risico: politie, ambulancepersoneel, brandweer, sleepdiensten, wegenwacht, afvalverzamelaars.
  • Activiteiten als beschreven in klasse 2, maar dan met een hogere maximumsnelheid, slechtere verlichting of andere condities die risicoverhogend kunnen zijn.           

Rijkswaterstaat
Behalve de van toepassing zijnde normen kunnen nationaal andere regelingen en aanbevelingen gelden in de verschillende EU-lidstaten. In Nederland kennen we bijvoorbeeld de eisen van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat eist dat aannemers door hen tewerkgestelde personen, die zich voor de uitvoering van hun taak buiten enig voertuig langs of op een weg welke niet gesloten is voor openbaar verkeer bevinden, veiligheidskleding laten dragen die voldoet aan het bepaalde in NEN-EN 471, plus nog een aantal extra eisen betreffende de vorm en oppervlakte van de retroreflecterende zilvergrijze banden en de kleur van het basismateriaal. Let op: dit is een eis van Rijkswaterstaat aan hun aannemers. Dat betekent dat als personen niet in opdracht van Rijkswaterstaat werkzaamheden verrichten, deze eis niet geldt. Op basis van een goede risicoanalyse dient te worden bepaald of hogere eisen dan het bepaalde in NEN-EN 471 noodzakelijk zijn.