Bouwvakkers nog altijd blootgesteld aan risico's

Bouwvakkers worden nog altijd te vaak blootgesteld aan risico's. Dat concludeert kenniscentrum Volandis in het Bedrijfstakverslag 2019-2020. Toch is het verzuim laag. Medewerkers met gezondheidsklachten werken meestal door.

In de bouw zien artsen geregeld klachten aan het bewegingsapparaat, moeite met horen en handeczeem. De aantallen beroepsziekten zijn hoog voor aandoeningen van het bewegingsapparaat, lawaaigehoorschade en psychische ziekten. 

Gevaarlijke stoffen

De klachten ontstaan door verschillende oorzaken, onder meer omdat zij worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Volgens de werknemers in de bouw en infra krijgen zij het meest te maken met stof. "Zij (h)erkennen vaak het gevaar van blootstelling aan gevaarlijke stoffen niet. Dit is zorgelijk omdat de meest voorkomende stofsoorten, steen- en houtstof, kankerverwekkend zijn. Vaak openbaart de ziekte zich na het moment van pensionering", aldus Volandis.

Van blootstelling aan uiteenlopende stoffen, noemen medewerkers het vaakst stof. 

Fysiek

Hoewel er steeds meer hulpmiddelen op de markt komen die het fysiek zware werk kunnen verlichten, 'klagen' mensen toch nog over de zwaarte van het werk. Verder noemen zij het werktempo en de eenzijdigheid van de belasting als belangrijk risico. "Om die belasting omlaag te brengen of te voorkomen, kan het nodig zijn om het werk anders in te richten zodat medewerkers minder of geen belastende handelingen meer ervaren", benadrukt Volandis.

Hitte

Sinds enkele jaren hebben bouwvakkers vaker last van de hitte. "De zomers zijn warmer en er zijn meer tropische dagen gemeten. Dat is een belangrijk signaal omdat hitte een direct gevaar voor mensen kan betekenen. Het vraagt om maatregelen als voldoende koud drinkwater, schaduwplekken en voorlichting aan diegenen die in de hitte buiten werken. Iedere bouwplaatsmedewerker zou de van signalen van hittebevangenheid moeten kunnen herkennen."

Werkdruk

De werkdruk is nog steeds onverminderd hoog voor zowel de UTA- als bouwplaatsmedewerkers. Er is te veel werk en een te hoge werkdruk. De taakeisen zijn te hoog, zo schrijft Volandis in het rapport.