Taak Risico Analyse (TRA) in de praktijk: woorden én daden

TRA: woorden en daden, taak risico analyse

Woorden en daden gaan niet altijd hand in hand tijdens een VCA-audit. Tijdens de openingsbijeenkomst van de audit wordt er al snel gesproken hoe het met het VCA-systeem gaat. En dat klinkt over het algemeen positief. Er wordt veel aandacht aan het onderwerp veiligheid besteedt. Dat varieert van een bewustere keuze bij de aanschaf van arbeidsmiddelen en PBM tot een betere communicatie over het onderwerp veilig werken.

Dat zijn de woorden. Maar nu de daden. Het uitvoeren van een TRA (Taak Risico Analyse) blijkt lastig. En dat is jammer. Juist het toepassen van de TRA heeft een toegevoegde waarde voor het op een veilige manier afronden van werkzaamheden.

In de VCA-checklijst 2017/6.0 wordt onder VCA-vraag 2.2 de doelstelling van de TRA als volgt weergegeven: ‘Vaststellen en beheersen van de VGM-risico’s van door het bedrijf uit te voeren werkzaamheden in een specifieke situatie of omgeving (werkplek), met niet-gangbare of onder 2.1 (VGM-RIE) beschreven risico’s of waarin wordt afgeweken van de standaard werkmethodes’.

Een van de minimumeisen is dat er minimaal eenmaal per jaar een TRA moet worden uitgevoerd.

De praktijk: Regelmatig zie ik in mijn rol van auditor dat de TRA van vorig jaar is voorzien van een nieuwe datum. Vaak betreft het een algemene TRA en soms wordt er verteld dat er geen TRA is opgesteld omdat er geen noodzaak voor was.

In alle gevallen is dat jammer. Het kan tijdens de audit een tekortkoming opleveren. En even terug waarvoor het VCA-systeem bedoeld is. Het vòòrkomen van (bijna-)ongevallen met of zonder verzuim en andere VGM-incidenten. Dat is de intentie van het VCA-systeem. Het gebruik van een TRA is een goed bruikbaar instrument om werkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren. Om discussies te vermijden of het nu zinvol of zinloos is om een taak risicoanalyse uit te voeren, is hier een laagdrempelig instrument: het visgraatmodel.

Het visgraatmodel, ook wel het Ishikawa diagram of 6M-model genoemd, kan gebruikt worden voor ongevalsonderzoek. Gebruikmaken van het zogenoemde ‘omdenken’ of ‘out of the box denken’ kan het model ook prima gebruikt worden om juist een ongeval of VGM-incident te voorkomen.

 

Stroomschema

Met de zes M’s wordt de start gemaakt met een brainstormsessie.

Helemaal optimaal wordt de uitvoering van de TRA als dit tijdens een toolbox wordt uitgevoerd. Het mes snijdt dan van twee kanten. Er is een interactieve toolbox. De medewerkers worden betrokken bij de uitvoering van de werkzaamheden. Van iedereen wordt een bijdrage verwacht. En juist om op deze wijze het visgraatmodel op te bouwen ontstaat er een complete TRA.

Kleine opsomming om per ‘visgraat’ vragen te stellen:

Onder het kopje ‘Medewerkers’ een overzicht maken van de personen die de klus gaan uitvoeren. Beschrijf de kennis en kunde, ervaring en dergelijke. Belangrijke vragen kunnen zijn: zijn de medewerkers geschikt voor dit project? Hoeveel ervaring hebben zij? Zijn de juiste certificaten aantoonbaar? Wordt er gebruikgemaakt van onderaannemers of zzp’ers. Hoe is dan de borging?

Bij Management komen de voorbereidende werkzaamheden om de hoek kijken. Zijn de juiste middelen voorhanden, is er voldoende nagedacht over de organisatie van het project. Wat staat er in de RI&E (Risico -inventarisatie & -evaluatie) over de uit te voeren werkzaamheden. Hoe is het toezicht geregeld en wie is de operationeel leidinggevende voor het project. Hoeveel medewerkers moeten er worden ingezet. Zijn de benodigde vergunningen aanwezig. Is een V&G-plan van toepassing. Zijn er milieu-gerelateerde aspecten. Mag er bijvoorbeeld wel of niet met fossiele brandstoffen gewerkt worden. Is er keet voor de medewerkers. Sanitaire voorzieningen geregeld. Hoe is de BHV-organisatie geregeld.

Milieu/omgeving is een belangrijk punt. Het maakt bijvoorbeeld veel uit of werkzaamheden in januari of in augustus worden uitgevoerd. In januari is de kans groot dat het koud en donker is. Mogelijk zijn er winterse omstandigheden. In augustus kan het extreem warm zijn. Hierdoor worden andere eisen gesteld aan de uitvoering van mogelijk dezelfde werkzaamheden.

Onder dit hoofdstuk worden de zogenoemde fysische kenmerken, zoals geluid/lawaai, trillingen, verlichting, klimaat, warmte- en koudebelasting, straling en biologische factoren besproken. Hoe kunnen de medewerkers de auto parkeren. Bereikbaarheid voor leveranciers voor laden en lossen. Wat is de invloed van de werkzaamheden voor de bewoners rondom het project. Milieuaspecten bespreken. Wat zijn de eisen met betrekking tot uitstoot.

Machines of arbeidsmiddelen zijn nodig voor het project. Beschrijf welke arbeidsmiddelen. Voldoen die om het karwei uit te voeren. Kortom is er geen overschatting van de inzet, of onderschatting? Zijn de machines in goede conditie en voorzien van een geldige keuring. Zijn de eventuele PBM aanwezig.

Bij Methode wordt nagedacht hoe de activiteiten zo efficiënt mogelijk kunnen worden uitgevoerd. Onderwerpen zoals werkbaarheid, welke veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing vallen onder dit hoofdstuk.

Materialen vormen een belangrijke factor. Inventariseer wat noodzakelijk is. Bedenk hoe de materialen aangevoerd worden. Hoe is een en ander met de opslag geregeld. En uiteraard ook hoe een en ander op het gebied van afvoer geregeld moet worden.

Gevaar of risico?

Is het een gevaar of risico? In de TRA gaat het om risico’s. Dat geldt ook voor de LMRA (Laatste Minuut Risico Analyse) en de VGM-RIE (Veiligheid, Gezondheid en Milieu Risico inventarisatie & Evaluatie). In veel VCA-afkortingen zit het woord ‘risico’.

Oplettende lezers hebben tijdens de VCA-cursus de formule van risico voorbij horen komen. Risico=kans x effect. En dat is correct.

Voorbeeld: een hoogwerker is een gevaar. Wanneer de hoogwerker gebruikt gaat worden, is er sprake van een risico. Door het toepassen van de formule R=KxE kan het risico berekend worden. Begin met het toepassen van de formule aan de rechterzijde. Wat is het effect. Daarna inschatten wat de kans is. Vermenigvuldig deze twee getallen, en de uitkomst is het risico.

Voor het berekenen zijn hulpmiddelen. Google bijvoorbeeld op ‘risicograaf’. Voor de TRA kan gebruikgemaakt worden van een stoplichtmodel. Staat het licht op groen, kan het werk uitgevoerd worden. Bij roodlicht, stoppen. En de lastigste is wat te doen bij oranje.

Na de inventarisatie moet een risicoanalyse gemaakt worden. Het gaat uiteindelijk over de Taak Risico Analyse. De taken zijn opgesomd. Bekend is ook welke medewerkers de taken gaan uitvoeren. Wat blijft over: vragen die niet direct beantwoord zijn. Bij werkzaamheden waarbij het stoplichtmodel ‘rood’ aangeeft, of de risicograaf op bijvoorbeeld ‘hoog-risico’ of ‘zeer hoog risico’ uitkomt, moet er actie ondernomen worden. En juist door het inzichtelijk maken van de risico’s heeft een organisatie de mogelijkheid om proactief te handelen, en te kijken naar andere mogelijkheden om het risico te minimaliseren.

TRA

Na de brainstormsessie of interactieve toolbox-meeting is het verder invullen van de TRA niet ingewikkeld. Er is een overzicht gemaakt wat volledig aan de minimumeisen van de TRA voldoet. Voordelen zijn dat de actieve betrokkenheid van de medewerkers. Risico’s zijn vanuit diverse perspectieven bekeken. In gezamenlijk overleg is besproken wat de meest veilige werkwijze is.

Hoop dat bovenstaande column input is om van de TRA een dynamisch instrument te maken. Betrek medewerkers bij het opstellen, en dat het visgraatmodel niet uitsluitend wordt toegepast bij een ongeval, maar juist wordt ingezet als methodiek om ongevallen te voorkomen.

Zoekwoorden
TRA
Taak risico analyse
auditor